Spannende tijd voor de aalscholvers in de Nieuwkoopse Plassen

Spannende tijd voor de aalscholvers in de Nieuwkoopse Plassen

In de Nieuwkoopse Plassen zijn de bomen van de aalscholverkolonie druk bezet met broedende aalscholvers. In januari beginnen de vogels vaak al met broeden. En dat betekent dat de eerste jongen waarschijnlijk nu al uit hun ei zijn gekropen. Maar met de vorst van afgelopen tijd, kan het zomaar zijn dat veel jongen het niet overleefd hebben. Pietersen: “Het is direct flink aanpoten als je als aalscholver-jong uit het ei kruipt met een temperatuur van -8 en een fikse wind. Ouders doen echt hun best om hun kroost warm te houden en te voeden, maar dat zal niet eenvoudig zijn”.

Vroege vogel

 De Zuid-Hollandse aalscholvers in de natuurgebieden van Natuurmonumenten zijn traditioneel vroeg met broeden. Bijna ieder jaar leggen de grote zwarte vogels in januari al eieren. De broedkolonies zijn gelegen op rustige plekken, zodat de vogels tijdens het broeden niet verstoord worden. Zelfs de boswachter bezoekt de kolonie niet, dus hoe het met de jongen gaat, de boswachter weet het niet.  

Plotselinge kou

Wanneer december een koude maand is, dan wachten de vogels nog met het bouwen van een nest voor hun jongen tot de vorst verdwijnt. De afgelopen december was echter erg zacht en veel vogels zijn al begonnen met broeden. Een paar dagen vorst kunnen de eieren wel hebben; de aalscholvers beschermen ze goed tegen de kou. Maar aanhoudende strenge vorst beëindigd voortijdig hun broedpoging. Als de vorst nu wegblijft, dan krijgen de vogels een succesvol jaar. Ze kunnen door hun vroege broedsucces eventueel nog een nest maken en dus veel jongen groot brengen.  

Goede hoop

Ondanks de kou heeft de boswachter goede hoop dat de jongen het overleven. “De plassen zijn niet volledig dichtgevroren. Misschien moeten de aalscholvers iets verder vliegen om open water te vinden, maar er zijn nog zat goede visplekken. Ik hoop dat de jongen het overleven.” Boswachter John vindt de aalscholver een markante vogel. “Zijn zwarte veren en gespreide houding als ie zijn vleugels droogt op een lantaarnpaal maken hem indrukwekkend”.  

Fabels

Hij weet dat niet iedereen fan is van de aalscholver. “Vroeger zagen vissers de aalscholver (net als de visotter trouwens) als grote concurrent. Maar het is een fabel dat aalscholvers alle vis opeten. Zij zijn er juist, omdat er voldoende vis is. Bovendien, zegt de boswachter, is er weleens onderzoek gedaan naar de maaginhoud van deze vogels. Hierbij bleek dat ie vooral veel schele pos eet, iets wat niet op het menu van de vissers staat.”  

Zelf zien?

Natuurmonumenten beschermt de kwetsbare vogels door ze een rustige broedplek te bieden. Om deze reden zijn enkele delen van het plassengebied afgesloten. De aalscholvers zijn wel te zien vanaf de uitkijktoren bij Lusthof de Haeck langs de Hollandsekade in Woerdense Verlaat wanneer ze naar de nesten vliegen. Let vooral op hun broedkleed, de witte veren in hun nek.